Hoofdregel
Een levering van goederen/prestatie van diensten (diegene waar een factuur moet worden opgemaakt) wordt opeisbaar over het gefactureerde bedrag, op het tijdstip van de factuurdatum.
Sinds 01/01/2016 heeft het meestal geen belang meer of de levering van het goed / prestatie van de dienst voor of na de facturering is gebeurd.
Wanneer er geen factuur wordt opgemaakt, wordt de belasting opeisbaar de 15de dag van de maand volgend op levering van goederen/ prestatie van diensten. Dit valt samen met de termijn waarbinnen de factuur wettelijk moet worden opgemaakt.
Deze hoofdregel geldt ook voor Intracommunautaire Leveringen van goederen. (art. 39 bis)
Wanneer er vooraf betaald werd, is het tijdstip van ontvangst van (deel)betaling het ‘tijdstip van opeisbaarheid’.
Uitzonderingen
- De hoofdregel geldt niet voor Intracommunautaire Diensten. Die zijn opeisbaar op het moment van prestatie van de dienst of - wanneer die eerder valt – op het moment van de (deel)betaling.
- Voor levering van goederen/prestatie van diensten aan particulieren valt het belastbaar feit samen met (deel)betaling, wanneer het gaat om die handelingen waarvoor geen factuur moet worden uitgereikt (kasstelsel/dagontvangsten-systeem)
- Voor leveringen van roerende goederen aan “publiekrechtelijke lichamen”: overheden als gemeentes/provincies…: het tijdstip van ontvangst van de (deel)betaling bepaalt de opeisbaarheid. De aangever MAG dus wachten met de verkoopfacturen op te nemen in de btw-aangifte tot ze effectief betaald zijn. Deze uitzondering geldt niet voor de facturen van de medecontractanten, die volgen de hoofdregel.
Verder is van belang:
- De windowperiode uit de regelgeving van 2015 is afgeschaft.
- Bij de vormvereisten van de factuur: een leveringsdatum moet vermeld worden op de factuur, in het geval dat ze afwijkt van de factuurdatum.
Voor concrete situaties of afwijkingen raadpleegt u best de wetgeving.
Voor meer informatie over de manier waarop dit in Expert/M afgehandeld wordt, raadpleeg de handleiding btw-opeisbaarheid.
